|
Le baguage permet d'étudier les
déplacements et la démographie des oiseaux. Du côté des faucons de la
cathédrale, au total, 15 poussins ont été bagués depuis 2005. Nous avons
reçu des nouvelles de deux d'entre eux. Le premier, né au printemps 2005,
a été récupéré en perdition dans un champ à Lillois, à 23 km de la
cathédrale, le 6 juillet 2005. Soigné à l'hôpital pour oiseaux de La Hulpe
(http://www.birdsbay.be/), il a été rapidement relâché dans la nature. La
date de reprise est très surprenante, car on pense en général que la
période d'apprentissage en famille des techniques de vol et de chasse
s'étend jusqu'à l'automne qui suit la naissance des jeunes Faucons
pèlerins. Hors, ce jaune mâle avait déjà acquis sont indépendance dès le
début juillet, soit pas plus d'un mois après l'envol! La seconde reprise
est plus classique, l'un des jeunes, mâle également, né en 2007, a été
repéré le printemps suivant sur l'église Saint Antoine à Etterbeek
(Bruxelles) par Javi Elloriaga, ornithologue basque habitant à ce moment à
Bruxelles. Ce faucon, encore immature car il n'était âgé que d'un an,
pérégrinait, très probablement à la recherche d'un site de nidification où
s'installer. Il n'a pas été revu par la suite.
Daardoor is het mogelijk hun verplaatsingen en
populatiedynamica te bestuderen. Sedert 2005 werden er een totaal van 15
jonge slechtvalken op de kathedraal geringd. We hebben nieuws van twee van
hen. De eerste, geboren in de lente 2005, werd op 6 juli 2005 helemaal
verzwakt gevonden in een veld te Lillois, op 23 km van de kathedraal. Hij
werd vlug terug losgelaten in de natuur, na verzorging in het vogelasiel
van La Hulpe (http://www.birdsday.be/). Deze datum van terugmelding is
zeer eigenaardig: men denkt dat het leerproces in familieverband van vlieg-
en jachttechnieken tot in de herfst van het geboortejaar van de jonge
slechtvalk duurt. Dit mannetje was sedert begin juli al zelfstandig, nog
geen maand na het uitvliegen. De tweede terugmelding was meer klassiek:
een van de jongen van 2007, ook een mannetjes, werd de lente daarop
waargenomen op de St. Antoniuskerk te Etterbeek (Brussel) door Javi
Elloriaga, een Baskische ornitholoog die momenteel in Brussel verblijft.
Deze valk, nog maar een jaar oud en dus onvolwassen, was waarschijnlijk op
zoek naar een geschikte nestplaats. Hij werd niet meer teruggezien.
Cette année la nichée de faucons de la cathédrale compte 3 mâles et 1
femelle, comme en 2008. On différencie les fauconneaux mâles, des femelles
en les pesant et en les mesurant. C'est la comparaison des deux dimensions
qui permet normalement de définir le sexe. Chez les Faucons pèlerins,
comme chez la plupart des rapaces, les mâles sont plus petits que les
femelles. C'est probablement une stratégie afin de permettre aux deux
partenaires du couple d'être complémentaires dans leurs actions de chasse.
Le mâle, plus petit, est plus rapide, et probablement donc plus efficace
dans la capture d'oiseaux de petite ou de moyenne taille, ou encore
d'oiseaux qui volent très vite, comme les Martinets noirs par exemple. La
femelle chasse tout en puissance. Celles qui hivernent dans les zones
côtières peuvent même capturer des Oies rieuses!
Het nest op de kathedraal van dit jaar telt zoals in
2008 drie mannetjes en één vrouwtje. Men onderscheidt beide geslachten bij
de jonge valkjes door ze te wegen en te meten. Het is een vergelijking met
de twee maten die normaal gezien de geslachtsbepaling mogelijk maakt. Bij
de slechtvalk is het mannetje is kleiner dan het vrouwtje, zoals trouwens
bij de meeste roofvogels. Het is waarschijnlijk een strategie die
complementaire jacht toelaat tussen beide partners. Het mannetje, kleiner,
is ook sneller en dus waarschijnlijk succesvoller bij de jacht op kleine
en middelgrote vogels, of op snel vliegende vogels, zoals bijvoorbeeld
gierzwaluwen. Het vrouwtje baseert haar jacht helemaal op kracht. Deze die
in kustgebieden overwinteren kunnen zelfs kolganzen slaan.
(Centre belge de Baguage-IRScNB-KBIN) |
