Faucons pour tous - 2009 - Valken voor iedereen
     

Faucons pèlerins de la Cathédrale des Saints Michel et Gudule--Slechtvalken bij de Sint Michiels en Goedelekathedraal
Institut royal des Sciences naturelles de Belgique. 
 Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen

Contenu - Inhoud

Historique-Historiek
Faits marquants 2009
-Opvallende feiten

Project-Projet-2009-News 
Project-Projet 2008
Project-Projet 2007
Project-Projet 2006
Project-Projet 2005
Project-Projet 2004
Proies-Prooien-2009
Documents-Documenten
Contacts-Contacten
Images-Foto's-archives-archief
Vidéos -Video's
Sponsoring-Bedanking
Plan d'Accès-Toegansgweg
Liens-Links


Avec  la collaboration de :
Met de medewerking van :


COWB


Avec  la participation de:
Met de deelneming van:







Entreprises Louis De Waele SA.
Ondernemingen Louis De Waele N.V.









 




 

 

   

HET "SLECHTVALK"- PROJECT

De slechtvalk, waarvan de latijnse benaming "falco peregrinus", "doortochtvogel" is, was tijdens de Middeleeuwen zeer verspreid in Europa en werd in de XIIIe eeuw zo genaamd omdat men zijn horst niet kon vinden en men toen dacht dat het een verre trekvogel moest zijn.

De Slechtvalk wordt sedert 1979 in gans de Europese Unie beschermd. Hij is een emblematische roofvogel in de Natuurbescherming.

De Belgische polulatie werd in de jaren ’60 uitgeroeid (de laatste kroost dateert van 1958). Deze verdwijning uit de hemel van Noord Europa kwam hoofdzakelijk door een massaal gebruik van DDT in de landbouw. Daar deze vogel "zeldzaam" geworden was, hebben kwaadwillige eierenverzamelaars, valkeniers en jagers de reeds verminderende populatie daarenboven nog dramatisch doen dalen.

Het is slechts in 1997, na tientallen jaren afwezigheid, dat de slechtvalk terug in België is komen broeden. En, sedert verleden jaar, heeft er zich zelfs een koppel in een toren van de Sint Michiels en Goedelekathedraal gevestigd.


© Christophe Rousseau. Mai 2005

De Slechtvalk: een merkwaardige jager

Hun snelle vlucht en hun buitengewone jachttechniek hebben de Slechtvalk de kans gegeven gans de planeet te coloniseren, van de Arctische toendra’s tot de uiterste Afrikaanse woestijnen, met uitzondering van de bevroren gebieden van Antarctica en Nieuw Zeeland.

Deze roofvogel overmeestert totaal zowel zweefvlucht als duikvlucht. Deze valk is een waarachtige gevechtsmachine. Hij bundt uit in het opsporen van prooien alsook in het kiezen voor de ideale aan te wenden vluchttechniek en voor het beste ogenblik om aan te vallen. Enkele kenmerkende en flinke vleugelslagen volstaan om een aanzienlijke hoogte te bereiken, wat noodzakelijk is in zijn jachttechniek. Na zijn prooi te hebben achtervolgd, laat hij zich op haar vallen, zijn vleugels tegen zijn lichaam geplakt, grijpt hij haar met zijn klauwen na een verbazingwekkende duikvlucht. De snelheid van zijn bestorming en in achtervolging kan tot 110 km/u oplopen en 300km/u in duikvlucht, wat van hem de snelste vogel ter wereld maakt. Hoogtepunten op 400km/u werden geregistreerd bij het baltsen.

De lichaamsbouw van de Slechtvalk is heel merkwaardig en laat hem in volle vlucht op alle soorten vogels het jagen toe, van de kleinste mus tot de grootste eenden: een gedrongen en aerodynamisch lichaam, vleugels die aan de basis breed zijn, lang, smal en aan het uiterste puntig, een vleugelbreedte dat meer dan een meter kan bedragen, een korte staart, poten die proportioneel groter en sterker zijn dan die van andere roofvogels, sterkgespierde vingers die met stevige en spitse klauwen worden verlengd.

Impakt van pesticiden

De giftige stoffen en de pesticiden die over de landbouwgronden worden verspreid, worden onder andere met de voedsel opgenomen, in de kleine diertjes (knaagdiertjes, duiven...). Door het eten van vergiftigde prooien, assimileert het dier dat zich bovenaan de voedselpiramide bevindt, grotere concentraties vergif.

Dit heet bioaccumulatie.

De Slechtvalken, grote roofvogels aan de top van de voedselketen, hebben op deze wijze tijdens de jaren 50-60 grote concentraties gif ingenomen. Dit heeft bij de roofvogels steriliteit, broosheid van de eischaal en sterfte meegebracht.

Het verbod op gevaarlijke pesticiden en diverse beschermingsprogramma’s doorheen geheel Europa hebben tot een trage terugkomst van de Slechtvalk geleid. Deze laatste jaren kan men van een waarachtige come-back spreken... maar deze zou onmogelijk zijn geweest zonder de hulp van talrijke organisaties en vele vrijwilligers.

Het "Slechtvalkproject"

Het Interventiefonds voor Roofvogels (FIR) heeft in 1995 een programma opgestart om de Slechtvalk te beschermen met de hulp van o.a. het Koninklijk Instituut voor Natuurwetenschappen van België. Aangepaste nestkasten werden op hoge gebouwen geplaatst, hoge spanningspalen en koeltorens van Belgische kerncentrales. Sedert het begin van dit project zijn er meer dan 200 jongen in deze nestkasten geboren! Nu heeft de soort de natuurlijke arealen terug geconoliseerd, b.v. in Marche-les-Dames. In 2004 zijn 55 jonge slechtvalken opgevlogen.

De wetenschappers en de medewerkers van de Dienst voor het ringen van vogels van het Koninklijk Instituut voor Natuurwetenschappen van België nemen de wetenschappelijke vergezelling van het project waar en meer bepaald het ringen en het tellen van de roofvogels.